maandag 23 december 2013

Eindopdracht: een portret van afval


Eindopdracht: Eigen les beeldende vorming ontwerpen



Een portret van afval

Les voor de kinderen van groep 8



Afbeelding 2:
Jason Mecier

Afbeelding 1:
Vik Muniz


Afbeelding 3:
Andy Warhol
Afbeelding 4:
Vincent van Gogh

 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 
 






 

Introductievragen/beeldbeschouwingsvragen:



1.       Hoe zijn de eerste twee afbeeldingen gemaakt?
 
      Deze zijn van afval gemaakt. Bij afbeelding 1 zie je dit niet erg goed; het afval is waarschijnlijk erg verwerkt (geknipt, gescheurd e.d.). Bij afbeelding 2 zie je duidelijk dat deze van afval is gemaakt. Je ziet o.a. duidelijk (soep)blikken, (bier)dopjes en bananen terug in het werk.

2.      Wat is er op de 4 afbeeldingen te zien?
      Op afbeelding 1 is een lachende vrouw te zien; op afbeelding 2 een portret van een man; op afbeelding 3 weer een vrouw en op de laatste afbeelding een portret van een man.

3.      Wat zijn de overeenkomsten tussen de kunstwerken waarop de man is afgebeeld?
       Allebei de mannen kijken nors en/of boos.
Er wordt gebruik gemaakt van donkere, sombere en koele kleuren. Gezicht van man in afbeelding  1 is grijs/zwart van kleur. Afbeelding 2 bestaat voornamelijk uit blauwe kleuren. Dit straalt leegte/koelte uit.
De vormen in het gezicht zijn veelal strak/recht. Zie bijvoorbeeld de mond en wenkbrauwen.

4.      Wat zijn de overeenkomsten tussen de kunstwerken waarop de vrouw is afgebeeld?

Allebei de vrouwen kijken vrolijk en blij.
Er wordt gebruik gemaakt van vrolijke, warme en heldere kleuren: bruin, rood oranje (afbeelding 1) en geel en roze (afbeelding 2).
In allebei de afbeelding zijn voornamelijk ronde, vloeiende lijnen gebruikt (o.a. goed te zien bij mond en ogen).

5.      Welke emotie roept het kleur –en vormgebruik in afbeelding 1 en 3 op?

Vrolijk/blij

6.      Welke emotie roept het kleur –en vormgebruik in afbeelding 2 en 4 op?

Boos/verdrietig/somber


 
 

Lesplan a.h.v. lesfasemodel




Voorbereiding *
  Context
De kinderen moeten vier maal per jaar afval prikken in en om het schoolplein. Zij ervaren op deze manier zelf hoeveel afval er op straat wordt gegooid.

 

  Basisplan
De kinderen gaan in groepjes van 3 à 4 leerlingen een portret maken waarbij zij gebruik maken van het meegenomen afval. Als inspiratiebron voor dit portret maken zij 1 eigen portretfoto met hun telefoon (‘selfie’). De kinderen plakken het afval op een A3 papier; er ontstaat een collage. Wanneer de collage af is, wordt er een foto van gemaakt (met het fototoestel van de juf). Deze foto is het eindproduct.
   

Het portret moet een duidelijke emotie uitstralen (blij, boos of verdrietig). De kleuren en vormen die gebruikt worden benadrukken de emotie.

Begrippen:  
- emoties; boos, blij en verdrietig.
- Kleur –en vormgebruik; passend bij emoties.

Benodigdheden:
A3 vel papier
Potlood en gum
       Afval
       Schaar
       Kniptang
       Lijm
       Fototoestel met kabeltje
       Computer
Printer
  
Tijd:
Het maken van groepjes leerlingen en het klaarzetten van materialen: 10 minuten
Lestijd: 75 minuten
Opruimen: 10 minuten

Voorbereiding:  
In de week voorafgaand aan de les vraag ik de kinderen afval te verzamelen en mee te nemen naar school.

Ik neem USB stick mee met beeldmateriaal behorend bij deze les. Ik neem daarnaast mijn fototoestel met kabeltje mee.

Ik deel de leerlingen in groepjes van 3 à 4 in.
  Doelen
Beeldend doel:
De kinderen hebben aan het einde van deze opdracht een portret gemaakt van afval, waarbij de emotie van de persoon duidelijk wordt uitgebeeld. De kleuren en vormen moeten de emotie benadrukken.

 
Technisch doel:
De kinderen maken een portretfoto waarbij de persoon een duidelijk emotie uitstraalt. Deze foto dient ter inspiratie voor het maken van een collage, van afval dat zij zelf hebben meegenomen. Van deze collage maken de kinderen een goede foto. Het materiaal dat wordt gebruikt is afval. Dit afval kan bewerkt worden; scheuren en/of knippen.

Receptie
/Oriëntatie *
  Introduceren
Zoals jullie met het afvalprikken hebben gemerkt wordt er veel afval op straat gegooid. Nu gooien wij per persoon ongeveer 190 kilo afval per jaar weg. Veel van dit afval wordt verwerkt en waar het kan hergebruikt. Ook kunstenaars gebruiken steeds vaker afval in hun werk. Onderstaande werken zijn daar voorbeelden van:





 

Ik laat de kinderen vervolgens het volgende filmfragment zien:
 

Daarna krijgen de kinderen de bovenstaande afbeeldingen te zien. Wij bespreken in een kringgesprek bijbehorende introductievragen/beeldbeschouwingsvragen.

Beeldaspecten: Kleur en vorm
het gaat hier om emoties en kleur. Samen met de leerlingen bekijk ik bovenstaande vier portretten met verschillende emoties. In een kringgesprek bespreken wij deze portretten en bespreek ik de vooraf gemaakte introductievragen. Concluderend kan gesteld worden dat koele (blauwe) en donkere kleuren tezamen met strakke, rechte lijnen een boze indruk geven. Daarentegen geven vrolijke, heldere warme kleuren en vloeiende lijnen een blijde indruk.

 
Ontwikkelingsfasen
het gaat hier om expressie. Het beeld wordt beschouwd als iets wat emoties op kan wekken. Kinderen kunnen de emoties anders zien dan de andere kinderen. Er ontstaan op deze manier gesprekken waarbij kinderen een afwijkende mening kunnen hebben. Deze mening wordt wel geaccepteerd door de ander.    


*
  Informeren
We kijken naar de afbeeldingen van deze les en we voegen de plaatjes samen. We beantwoorden de bovenstaande vragen.  De kinderen moeten in hun collage een portret maken die een emotie uitdrukt. De kleuren en vormen zullen deze emotie moeten ondersteunen.   

*
  Instrueren
De kinderen krijgen te horen met wie zij zullen gaan samenwerken. Het afval wordt op grote tafels neer gelegd. Ik leg uit wat de bedoeling is:
  • De kinderen maken van een van hen een portretfoto met duidelijke emotie.
  •       De kinderen zoeken tussen het afval naar afval dat zij willen en kunnen gebruiken voor hun portret. Zij pakken lijm, schaar en kniptang en plakken vervolgens het afval op hun A3 vel papier. Zij letten er hierbij op dat het kleur –en vormgebruik een bepaalde emotie overbrengt.
  •       Wanneer de collage af is, moeten de kinderen zelf een foto (van bovenaf) maken.

Productie/

Uitvoering

Observeren

Begeleiden

Afronden
Observeer of de leerlingen samen tot een plan komen (er wordt samengewerkt), er een duidelijke portretfoto wordt gemaakt en er gelet wordt op het kleur –en vormgebruik bij het verwerken van het afval.
Ik begeleid de groepjes waar nodig bij het gebruik en het verwerken van het afval. En; 'Brengen de kinderen hun collage duidelijk in beeld?'.

Ik zorg dat alle kinderen op tijd opruimen.  Ik zal af en toe aangeven hoe lang de kinderen nog hebben om hun werk af te ronden.

Reflectie/

Nabeschouwing
  Nabespreken
Wanneer een groepje aan geeft klaar te zijn met de collage moeten ze mij even roepen. De kinderen vertellen kort wat zij hebben gemaakt en maken vervolgens een foto van hun collage. Zij gebruiken hierbij het fototoestel van de juf. 

Wanneer alle foto’s door de juf zijn afgedrukt en opgehangen, zullen de leerlingen per groepje aan de rest van de klas hun werk presenteren; Wat hebben zij gemaakt? Welke emotie drukt het uit? En hoe vonden zij deze opdracht? Wat ging goed/niet goed?

  Beoordelen
  Zie matrix hieronder. *

 
  Presenteren
  Wanneer er van alle collages een foto is gemaakt, zal ik de foto’s op de computer zetten. Uiteindelijk zal 1 foto van ieder groepje groot worden afgedrukt en in de klas worden opgehangen.

Evalueren
  Evalueren
  Ik evalueer hoe de les is gegaan.


 
Beoordelingsmatrix *

Portret van afval

Onvoldoende ( niet zichtbaar)

Voldoende (deels)

Goed (zichtbaar)

Het is een duidelijk portret (ogen, neus, mond e.d. zijn duidelijk zichtbaar).

1

2

3

De kleuren in het werk versterken de emotie (boos, blij of verdrietig).

0

1

2

De vormen in het werk versterken de emotie (boos, blij of verdrietig)

0

1

2

De vormgeving is creatief/origineel.

1

2

3

 

 



Geen opmerkingen:

Een reactie posten