vrijdag 27 december 2013

College 6 en 8: Beeldbeschouwingsvragen

 

College 6 en 8: Beeldbeschouwingsvragen



Stadia Parsons:
Stadium 1: associatie
Stadium 2: voorstelling
Stadium 3: expressie
Stadium 4; leerbaar
Stadium 5; eigen mening




Into the World There Came a Soul Called Ida  1929  Ivan Albrigh

Beschouwingsvragen met antwoorden:

1. Wat zie je hier?
'Ik zie een spiegel, z'n spiegel wil ik ook wel hebben';
'Ik zie een vrouw met weinig kleding!';
'Zo die vrouw heeft ook hobbelige benen net als die van mijn moeder';
'Ik mag van mijn moeder niet op haar hakken lopen'.

2. Vind je het mooi?
'Ik vind het mooi want die spiegel wil ik dus ook. Dan kan ik mij ook mooi maken'.
'Ik vind de kleuren helemaal niet mooi, het zijn vieze kleuren';
'Ik vind mooi want het is echt een vrouw'.

3. Wat voor gevoel roept dit schilderij bij je op?
'Ik vind het een beetje een eng schilderij. Die hobbels in haar benen en die vieze kleuren.. Oh en ze kijkt zielig'.

Theorie:

Vraag 1 en 2 zijn vragen die behoren bij stadium 1 van Parsons; de associatieve fase. Wat iemand in dit stadium vooral ziet, is dat wat een associatie oproept. Vraag 3 hoort meer thuis in de expressieve fase. In dit stadium wordt het beeld vooral beschouwd als iets dat emoties kan opwekken.





Weeping-woman-Picasso-1937

Beschouwingsvragen met antwoorden:

 1. Hoe is het gemaakt?
'Verf op doek'.

2. Waaraan kun je zien dat deze vrouw huilt?
'Je kunt dit zien aan de ogen die bedroefd kijken evenals de mond die sip staat. Daarnaast zie je tranen onder de ogen en een zakdoek bij haar neus/mond'.

3. Welke 2 beeldaspecten zijn in dit werk het belangrijkste?
'De vorm en kleur zijn de twee belangrijkste beeldaspecten in dit beeld. Het beeld is kleurrijk. Vrouw: vloeiende lijnen en vooral warme kleuren. Zakdoek: puntig en grijs/blauw'.

4. Hoe dragen de vorm en kleur van de zakdoek bij aan haar grote verdriet?
'De vorm en kleur van de zakdoek laat een kille, koude en verdrietige indruk achter'.

5. Van welke stroming heeft dit schilderij kenmerken?
'Het kubisme'.


Theorie:

Bovenstaande vragen doen een beroep op stadium 4 van Parsons: het leerbare stadium. In dit stadium beseft de beschouwer dat een beeld een speciale functie heeft. Je kunt met de andere beeldbeschouwers praten over wat je ziet, over de voorstelling, over de beeldaspecten en over het gebruik van materialen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten